Het document werd met veel enthousiasme ontvangen, maar de benodigde investeringen om de goede ideeën uit het rapport te realiseren, bleven uit. Dankzij het ministerie van VWS gaan de belangrijkste plannen van dat rapport nu alsnog uitgevoerd worden. VWS stelt 7,5 miljoen euro beschikbaar voor een stimuleringsprogramma sociaal werk. Met dat geld wordt onder andere een stevige impuls gegeven aan de ontwikkeling van een meer wetenschappelijke kenniscultuur van het sociaal werk. Een betere academische inbedding is daarvoor noodzakelijk. De recente benoeming van de eerste reguliere hoogleraar Thomas Kampen is daar een voorbeeld van. Hij gaat ook de eerste academische master sociaal werk ontwikkelen. En er is een reële kans dat er meer hoogleraren sociaal werk komen.
Professionele richtlijnen
Ook de kenniscultuur van de beroepsopleidingen heeft een verbeterslag nodig. Veel beroepen hebben een min of meer helder beschreven body of knowledge die moet borgen dat iedere beroepsbeoefenaar een goede gereedschapskist heeft. Het sociaal werk heeft zo’n gemeenschappelijk curriculum nog niet. Het is daarom heel goed dat het ministerie pleit voor een ‘basiscurriculum’ voor de beroepsopleidingen op mbo-, associate degree-, bachelor- en masterniveau. Andere beroepen, met name de academische, hebben ook een traditie om (nieuwe) wetenschappelijke inzichten voor professionals te ontsluiten in handzame professionele richtlijnen. Wetenschappers en professionals ontwikkelen die richtlijnen met elkaar. Het sociaal werk ontwerpt steeds vaker deze richtlijnen samen met andere beroepen. Dat noemen we multidisciplinaire richtlijnen, zoals voor sociaal werkers in de jeugdzorg, gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. Maar het sociaal werk heeft dringend behoefte aan eigen professionele richtlijnen om de nog weinig toegankelijke zee van (internationale) kennis te ontsluiten voor de beroepspraktijk. Het is bijzonder dat het ministerie van VWS nu mogelijk maakt dat deze richtlijnen er eindelijk komen.
Beroepsregistratie
In de VWS-opdracht voor het stimuleringsprogramma staat dat de wildgroei aan functienamen niet bijdraagt aan de herkenbaarheid van het beroep, en dat het goed is met elkaar afspraken te maken over een beperkt aantal namen voor de beroepsvarianten. Daar hoort ook het borgen van de relatie tussen opleiding en beroep bij, die te realiseren is met een goede beroeps-registratie voor sociaal werkers. Over deze onderwerpen worden op initiatief van de BPSW verkennende gesprekken gevoerd met het ministerie. Evenals in het rapport van de Gezondheidsraad is opnieuw gepleit voor verhoging van de organisatiegraad van de sociaal werkers. Ook dat draagt bij aan de ontwikkeling en positionering van ons mooie beroep. Lang geleden was er een ministerie van maatschappelijk werk met veel kennis over het beroep. Zo’n ministerie hebben we nu niet meer, maar de visie op wat het sociaal werk nodig heeft, is weer helemaal terug op het ministerie van VWS.