Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Geen geld geven aan bedelaars

Margo Trappenburg
Onlangs deed Kavish Partiman, CDA-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Den Haag, een gedenkwaardig voorstel. Zou het geen goed idee zijn om mensen die geld geven aan bedelaars te beboeten? Als bedelaars of daklozen een euro krijgen van een voorbijganger, besteden zij die wellicht aan drugs of alcohol. Dat kan hen weerhouden van het zoeken naar structurele hulp bij maatschappelijke organisaties.  
Foto: Riëtte Duynstee
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12459-023-1582-5/MediaObjects/12459_2023_1582_Fig3_HTML.jpg
Het voorstel leidde tot een storm van protest en tot een debat tussen het CDA en andere christelijke partijen over de juiste interpretatie van de Bijbelse oproep tot naastenliefde. Partimans idee werd van tafel geveegd.
Als groot voorstander van de klassieke verzorgingsstaat riep het voorstel bij mij vooral vragen op over de participatiesamenleving. In de participatiesamenleving is het de bedoeling dat we andere mensen rechtstreeks vragen om hulp. Pas in laatste instantie zouden we een beroep moeten doen op de overheid. Ik heb dit altijd een akelige constructie gevonden. Ik vind het vervelend om op straat te worden aangesproken door bedelaars; ik betaal heel graag belasting zodat zij – conform het voorstel van Partiman – structurele hulp krijgen van de overheid of maatschappelijke organisaties. Ik vind het ook naar als vrienden of kennissen een crowdfunding actie op touw zetten om geld in te zamelen voor passende hulp of medische zorg. Laat mij toch gewoon mijn deel betalen via de blauwe envelop.
De andere kant van de relatie lijkt me nog heel veel erger: moeten vragen om een euro, of om een financiële bijdrage aan passende hulp. Ook het moeten vragen om hulp in natura lijkt me verschrikkelijk. Ik heb gehuiverd bij het lezen van de observatieverslagen van mijn collega’s die meeliepen met wijkteams, waar hulpzoekende burgers samen met een sociaal werker hun netwerk in kaart moesten brengen en waar ze vervolgens gezamenlijk bedachten wie ze zouden kunnen benaderen voor welk type hulp. Ik weet dat veel mensen desgevraagd bereid zijn die hulp te bieden, zodat het wijkteam vervolgens zou kunnen concluderen dat deze aanpak goed werkt.
Maar is het echt een positief effect als de hulpzoekende burger zich vernederd voelt, omdat ze haar netwerk om hulp moet vragen en de leden van het netwerk vervolgens ja zeggen omdat ze een nee niet aandurven, of omdat ze de hulpzoekende burger niet nog verder in de ellende willen duwen? Al die emotionele voetangels en klemmen hadden we niet in de klassieke verzorgingsstaat.

Mogen we die weer terug?

Margo Trappenburg is bestuurskundige aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek