Themanummer: Samensturing in buurthuizen| Samensturing en faciliterend leiderschap| Samensturing en maatschappelijk vastgoed| Samensturing en de lessen van de coronacrisis.
Dit themanummer gaat over samensturing in het buurthuis: een vorm van samenwerking tussen wijkbewoners, sociale professionals en overheid waarbij alle betrokkenen zeggenschap hebben.
'Samensturing', of 'collaborative governance' is een parapluterm voor bestuurs- en samenwerkingsvormen die het midden houden tussen hiërarchische aansturing en zelfbeheer. Samensturing komt in sommige buurthuizen maar moeizaam tot stand, in andere verloopt dat juist een stuk soepeler. Hoe kan dat? Een analyse aan de hand van voorbeelden.
Mijn uitvoerend werk als maatschappelijk werker vindt plaats in een kinderziekenhuis. Ik kom op de afdelingen waar kinderen zijn opgenomen en spreek daar hun ouders. Ik bezoek zwangere en net bevallen vrouwen. Vaak ook zie ik mensen in een neutrale spreekkamer tijdens een polibezoek. Maar sinds een jaar kom ik soms zomaar achter de voordeur. Ofschoon we normaal gesproken niet op huisbezoek gaan, kom ik nu huiskamers binnen, of welke kamer dan ook waar het op dat moment voor mijn gesprekspartners prettig praten is.
'Ik begeleid al een tijdje een meneer die binnengekomen is via bemoeizorg. Hij is iemand met wie ik in eerste instantie maar moeilijk contact kon krijgen. Elk contactmoment liet hij iets meer van zichzelf zien en na drie telefoontjes en vijf voordeurgesprekken mocht ik uiteindelijk binnenkomen. Hoe meer hij me begon te vertrouwen, hoe meer emoties hij durfde te tonen.
Samen richting geven aan een buurthuis vraagt veel van alle betrokkenen. Voortdurend moeten voor nieuwe vraagstukken oplossingen gevonden worden. Bij samensturing is dus geen sprake van varen op routine. Wat betekent dat voor de leiderschapsrol van een erbij betrokken sociaal werker?
Bart Bakker is sinds de decentralisaties als onafhankelijk adviseur verbonden aan onder meer de Proeftuin Ruwaard in Oss. Hij werkt vanuit de veranderaanpak Anders denken, doen en organiseren. Hierbij richt hij zich op gedragsverandering ten aanzien van leefbaarheid en gezondheid, tegen lagere kosten.
Het verdwijnen van maatschappelijk vastgoed heeft blijvende gevolgen voor buurthuizen. Niet alleen omdat zij worden geconfronteerd met dreigende sluiting en commerciële verdienopdrachten, maar ook omdat andere maatschappelijke functies en partijen een plek moeten krijgen in het buurthuis. Een situatie die druk zet op de toch al complexe samensturing in buurthuizen.
Doortje Kal verdient een speciale vermelding in dit themanummer. Als preventiewerker sociale psychiatrie promoveerde zij in 2001 aan de Universiteit voor Humanistiek op Kwartiermaken - Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Het boek is een deels filosofische reflectie op een kwartiermaakproject dat zij in 1997 initieerde.
Samenwerken en samensturen is doorgaans een complex proces, maar lijkt in tijden van crisis gemakkelijker te gaan. Vooral in de eerste maanden van de coronapandemie nam de onderlinge solidariteit tussen burgers toe, zo illustreren diverse sociale initiatieven die van de grond kwamen om mensen in de knel te helpen. Veel daarvan speelden zich af rond buurthuizen. Hoe kwam samenwerking en besluitvorming daarbij tot stand? En hoe duurzaam zijn dergelijke initiatieven?
Ruud Kol (58) is sinds acht jaar wijkondersteuner bij De Zuidpilaar in de gemeente Venlo. Hij werkte eerder als accountbeheerder in de logistiek en als operations analist bij een Amerikaans bedrijf. Hij stopte daarmee toen hij 50 was. Hij wilde niet meer vanachter een bureau met cijfers werken en ging aan de slag als vrijwilliger bij het Informatie- en Adviespunt, waar de mens centraal staat. De toenmalige kwartiermaker vroeg Ruud na korte tijd naar zijn cv. Hij bleek geschikt te zijn als wijkondersteuner. 'Ik heb de mavo gedaan, een computeropleiding, plus zelfstudies. Andere benodigde vaardigheden zitten in mezelf. Ik heb een vaste aanstelling bij de gemeente Venlo.'
Sociaal werkers in buurthuizen hebben als beleidsopdracht te werken aan inclusie van bewoners met uiteenlopende achtergronden. Soms zetten ze daarbij te geforceerd in op menging van etnische groepen en dit kan resulteren in juist meer sociale afstand, laat onderzoek van Fenneke Wekker zien. De auteur pleit voor minder inclusie-druk op sociaal werkers en herwaardering van homogeniteit bij het creëren van gemeenschappen.
Als het gaat over samensturing in het sociaal domein komen al snel twee boeken bovendrijven: De Nieuwe Route van Anke Siegers en Samensturing van Rianca Evers-den Ouden. Beide auteurs hebben een eigen adviesbureau waarmee ze organisaties ondersteunen, begeleiden en van advies voorzien bij verandertrajecten.
Ouderverstoting wordt gezien als een vorm van complexe omgangsproblematiek. Van ouderverstoting is sprake als een kind het contact met een ouder waarmee het voorheen een goede relatie had, wil verbreken, onder invloed van de omgeving. Het kind raakt in een loyaliteitsconflict en om de pijn hiervan te vermijden, kiest het tegen de ene en voor de andere ouder.
De BPSW heeft meer dan 15 duizend volgers op LinkedIn. We delen daar vaak wat we doen voor de profilering en positionering van de professie. Toch viel me op in recente gesprekken met BPSW-leden dat lang niet iedereen op de hoogte is van wat we allemaal doen voor de belangenbehartiging van het beroep. We doen dat zowel voor de brede beroepsgroep sociaal werkers als voor specifieke vormen van sociaal werk. En steeds vaker: in de samenwerking met de ministeries, bij de gemeenten, in samenwerking met kennisinstituten, brancheorganisaties, het onderwijs en in de media. Graag deel ik enkele resultaten en ontwikkelingen die uit deze belangenbehartiging voortkomen, en die de positie van het sociaal werk en jou als professional verstevigen.