Casuïstiek
Iemand ‘in zijn waarde laten’: hoe ver gaat dat?
'Ik begeleid al een tijdje een meneer die binnengekomen is via bemoeizorg. Hij is iemand met wie ik in eerste instantie maar moeilijk contact kon krijgen. Elk contactmoment liet hij iets meer van zichzelf zien en na drie telefoontjes en vijf voordeurgesprekken mocht ik uiteindelijk binnenkomen. Hoe meer hij me begon te vertrouwen, hoe meer emoties hij durfde te tonen.
Linda, het internet of de professional?
Na vier jaar studie aan de hogeschool ben ik afgelopen zomer afgestudeerd als sociaal werker. Mijn scriptie werd zeer gewaardeerd en ik had goede beoordelingen. Na vier sollicitaties werd ik aangenomen bij het Algemeen Maatschappelijk Werk, onderdeel van een grote organisatie met veel sociaal werkers, jongerenwerkers, buurtondersteuners, ouderenwerkers en vrijwilligers. Ik ben 24 jaar en op 1 oktober gestart. Ik had zin om te gaan werken en prees mezelf gelukkig met een leuk team en een fijne manager.
Fotograaf van zijn eigen leven
Tijdens een poliklinische controle werd een patiënt van 65 jaar door onze MKA-chirurg naar mijn psychosociale spreekuur verwezen. Drie maanden geleden was hij geopereerd aan kanker in het hoofd-halsgebied. Een ingrijpende vorm van kanker met een grote emotionele impact. Deze ziekte bracht een behoorlijke disbalans in zijn leven.
Mark heeft schulden
Mark is negentien jaar en woont in Leeuwarden. Hij krijgt een brief van de Belastingdienst waarin staat dat hij zijn verkregen zorgtoeslag moet terugbetalen. Hij snapt er niets van, waarom moet hij dit betalen? Daarbij heeft hij helemaal niet zoveel geld op zijn rekening om alles terug te betalen. Marc durft niets tegen zijn ouders te zeggen, hij schaamt zich er te erg voor.
Moeder en dochter
Een jaar geleden overleed de vader van Anna onverwachts. De 40-jarige Anna was vastbesloten. Ze zou haar moeder in huis nemen. Die kon heel moeilijk alleen zijn. Haar moeder ging daar graag op in en na de crematie werd ze de derde huisgenoot, naast Anna en haar 13-jarige zoon Joost. Anna heeft inmiddels spijt van de beslissing. Maar bespreekbaar is dat niet.
Desillusie van het sociaal werk
Medelijden heb ik met de achtduizend jonge mensen die dit jaar gestart zijn met de opleiding Social Work. Mensen helpen, iets bijdragen, iets kunnen betekenen voor de ander. Ze hebben geen idee. Zelf startte ik in 2016. Ik kreeg de kans om van mensen helpen mijn werk te maken. Ik kon mijn geluk niet op, ik wist het zeker; ik was enthousiast. Vanuit de veilige onderwijsbubbel mocht ik beginnen aan een voorzichtige kennismaking met de hulpverleningswereld. Gespreksvoering, theorie, reflectie, ik verslond het, ik geloofde het. Bij mijn eerste stages ontving ik lovende woorden van mijn stagebegeleiders en keer op keer kreeg ik de bevestiging van mijn omgeving: ‘Saskia je bent goed in je werk’. Toch knaagde er iets, een onzekerheid die ik niet kon duiden.
Moet ik afstand nemen?
Ik ben sociaal werker bij een zorgaanbieder. Ik ben betrokken bij de diverse hulp- en zorgvragen op het gebied van wonen, werken en activeren van mensen met een verstandelijke beperking. Zij variëren in niveau van een lichte tot een zeer ernstige beperking. De woonwensen zijn dan ook verschillend; van zeer intensieve 24 uurszorg tot enkele uren begeleiding per dag. Met de ouders en als het kan met de toekomstige bewoners heb ik vanaf aanmelding voor zorg tot aan plaatsing vrij frequent contact. Gedurende hun verblijf in de organisatie kunnen ouders en familieleden een beroep doen op sociaal werkers. Behalve sociaal werker ben ik ook vertrouwenspersoon seksueel misbruik. Bewoners, medewerkers, familieleden en relaties van bewoners kunnen bij de vertrouwenspersoon vertrouwelijk praten over ongewenste gedragingen van seksuele aard.
Mantelzorger voor moeder
Een alleenstaande man van 66 jaar wordt door de POH aangemeld bij het maatschappelijk werk. De POH komt geregeld voor controles bij zijn moeder en zij heeft haar zorgen uitgesproken over haar zoon tegen de POH. De POH komt ook bij de zoon voor controles. Hij heeft een CVA gehad en een drankprobleem.
Aan het werk vanuit een uitkering
Karin van der Velden werkt als beschermingsbewindvoerder bij Stichting CAV. Ze ervaart regelmatig hoe moeizaam het is voor mensen met een uitkering om aan het werk te gaan, vanwege de financiële onzekerheid. Ze beschrijft verschillende gevallen waaruit dit blijkt en roept gemeenten en Belastingdienst op om concrete maatregelen te nemen voor deze specifieke groep kwetsbare mensen om hen te ondersteunen in hun zelfstandigheid.