Een juweel aan troost
Op de achterkant van Vertroostingen, zijn nieuwste boek, staat: ‘Wat ik zelf heb meegemaakt, doet me nadenken over de vraag: als een mens in de miserie zit, wat helpt dan? Wat doen we wanneer het noodlot ons treft? Waar vinden we troost? Het antwoord kun je in enkele woorden samenvatten: in de aanwezigheid van de ander. Dat is de basis.’ De Wachter neemt lezers in dit boek mee op de reis die hij aanvangt als hij deze onverwachte boodschap hoort: hij heeft uitgezaaide kanker, met een onduidelijke prognose. Een reis over ‘lijden en dood’, eigen verdriet en onzekerheid en over wat houvast en hoop biedt ten tijde van tegenslagen. In de kern gaat dit boek over troost: over de behoefte eraan, hoe troost naar je toekomt, over troost zoeken bij de ander en over de troost van, zoals de auteur dat zo mooi noemt, ‘het kleine goede’. De troost van het ‘niet-weten’, van rituelen, van samenzijn, van inspirerende personen, hun beeldende, literaire en/of muzikale kunst: Bach, Leonard Cohen, Neil Young, André Breton. Ook Parijs speelt een belangrijke rol in De Wachters behoefte aan troost. Zijn gezin van herkomst en de open armen van zijn ouders zijn een belangrijke troostbron voor hem (‘basic trust’) zoals ook de collega’s die hem inspireerden dat zijn. Ook refereert hij geregeld aan Levinas. Deze filosoof betekent voor De Wachter: vriendelijkheid, ‘de mens die er voor u is’, ‘de mens die iets voor u doet,’ iets ogenschijnlijk onschuldigs, een blik, een glimlach, een hand, een schouderklop, iets heel klein menselijks – zo betekenisvol. Dit is de rode draad in het leven van De Wachter: de waarde van het ‘kleine goede’ en dat gegeven werkt hij liefde- en verwachtingsvol uit. Vertroostingen is een ontroerend mooi boek, zeker tegen de achtergrond van de auteurs ernstig ziek zijn, zijn kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Het kleine goede geeft troost en nabijheid, zeker als de wereld kleiner wordt. De Wachter beschrijft onverwachte ontmoetingen met mensen en wordt geraakt door brieven en mailtjes van hem onbekende mensen die voor hem bidden. In de ontmoeting met de ander, en daarin volgt De Wachter Levinas, is het kleine ‘kleine goede’ groots. Dirk De Wachter weet een gevoelige snaar te raken, door het klein te houden, door op het belang van medemenselijkheid te wijzen, door allerlei vormen van troost te benoemen en te delen. Het boek is toegankelijk geschreven, herkenbaar in de ontreddering die hoort bij ernstig ziek zijn en een onvoorspelbare toekomst hebben, en boeiend door de referenties aan muziek en kunst. Een juweel dat iedereen die op reis is door moeizame en verdrietige omstandigheden tot steun kan zijn.
Behandelwijzer CGT
In de geheel herziene, tweede editie van Behandelwijzer cognitieve gedragstherapie voor kinderen en jongeren geeft hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Paul Stallard theoretische achtergronden en praktische adviezen bij het gebruik van de werkboeken Denk goed – voel je goed en Denk goed – voel je beter. De behandelwijzer begint met een inleiding met daarin de basisprincipes van cognitieve gedragstherapie (CGT). Het gaat om een kindgerichte filosofie die hoop kan geven voor de toekomst van kinderen/jongeren met bijvoorbeeld autisme, leerproblemen, angststoornissen en/of depressie. Vervolgens gaat de auteur in op de therapeutische alliantie wat een voorspeller kan zijn van het succes van de therapie. Het handboek beschrijft competenties die je als therapeut moet hebben om CGT te kunnen geven aan kinderen en jongeren en biedt tools om je kwaliteiten als therapeut binnen de therapeutische relatie met een kind te vergroten. Het nodigt professionals uit stil te staan bij de eigen houding en handelingen en dit leidt tot zelfreflectie. Verder bevat het boek vele praktijkvoorbeelden: lezers kunnen daardoor meteen een vertaalslag maken vanuit de theorie. Het boek is mede daarom ook heel interessant voor gebruik binnen opleidingen zoals toegepaste psychologie en social work. De beschreven oefeningen, spelletjes, de vragen die je kunt stellen en de signalen die je kunt oppikken bij een kind zijn niet alleen bruikbaar in de klassieke ggz, maar ook goed inzetbaar in de praktijk van maatschappelijk werkers en die van onderwijspsychologen.
Anders leven
Prof. Dr. Manu Keirse is een vooraanstaand Belgische klinisch psycholoog en een autoriteit op het gebied van verdriet, verlies en de laatste levensfase. Dit boek begint met een terugblik op zijn jeugd. Een cynicus zou kunnen denken dat hier om een ‘opa vertelt’ en een ‘vroeger was alles beter’-verhaal gaat, maar Keirse laat weinig ruimte voor cynisme. Hij is duidelijk erg betrokken en menselijk, maar ook een wetenschapper. Ja, opa vertelt, maar naar deze opa luister je graag. Dat zowel de jonge als de oudere generaties er baat bij hebben als we die laatste weer echt laten praten, is één van de thema’s in het boek. Door de minachting en onverschilligheid waarmee ouderen vaak benaderd worden, gaat veel wijsheid verloren. Keirse kijkt met weemoed terug op zijn jeugd, maar is zeker niet blind voor de verworvenheden van de moderne wetenschap of doof voor de progressie die emancipatoire bewegingen boekten in de laatste decennia. Hij benadrukt dat technologie weliswaar een noodzakelijke voorwaarde is voor goede gezondheidszorg, maar dat die zorg zonder menselijke maat niet mogelijk is.
Motiverende gespreksvoering
Men zou kunnen denken dat deze uitgave overbodig is omdat de uitstekende boeken van Millner en Rollnick ook gewoon vertaald en te koop zijn. Wie de boeken na elkaar leest, zal echter zien dat deze praktijkgids wel degelijk een waardevolle toevoeging is. In heldere en duidelijke taal weten Goijarts en Van der Veen de van zichzelf al inspirerende stof nieuw leven in te blazen.
Zien, horen en voelen
In Zie je mij? komen twaalf ervaringsdeskundigen aan het woord: voormalige slachtoffers én plegers die reflecteren op hun verleden en de manieren waarop hulpverleners hen wel of juist niet hebben geholpen. Het zijn indrukwekkende verhalen die de lezer niet onberoerd zullen laten. Hoewel dit ook een boek is en we ook hier dus kunnen spreken van ‘boekenwijsheid’, gaat het om informatie uit de eerste hand: hier spreken mensen van vlees en bloed. We leren over hoe patronen intergenerationeel doorwerken, over wanneer welke gespreksvaardigheden nodig zijn, hoe moeilijk het is echt bij je gevoel te komen na jaren van vernedering.