Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Boeken

Als er al een moment is om zevenmijlslaarzen aan te trekken en een nieuwe weg in de slaan, dan is het nu. Het is tijd om voortvarend stappen te zetten in de richting van structurele veranderingen van ons zorgsysteem.  

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12459-023-1602-5/MediaObjects/12459_2023_1602_Fig1_HTML.jpg

Zeven routes voor verandering

Door Lennie Haarsma, redactielid
‘De gezondheidszorg in de Westerse landen was al voor de pandemie aan herijking, reflectie en nieuwe wegen toe. De huidige kwaliteit van zorg is in de toekomst niet meer op te brengen, we moeten dringend andere keuzes gaan maken.’ Aan het woord is Steven de Waal, oprichter en voorzitter van Public Space Foundation en expert op het gebied van strategie in de gezondheidszorg in binnen-en buitenland. In Het zal mijn zorg zijn stelt hij dat er genoeg gepolderd is en dat het tijd is om zelf aan de slag te gaan. Hij beschrijft zeven routes naar een gezond zorgstelsel en lardeert deze met vele initiatieven van maatschappelijk leiderschap die we al in de gezondheidszorg zien.

In route 1 wordt een duidelijk pleidooi gehouden voor het stimuleren van ‘civil leadership’. Dit concept gaat uit van private personen die de publieke zaak daadwerkelijk verder hebben gebracht, vaak op een bijzondere, persoonlijke manier. Denk bijvoorbeeld aan Anne-Mei The, bedenker van de Sociale Benadering Dementie; zij ontwikkelde een nieuwe methode die de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbetert. Route 2 gaat in op het bevorderen van gezondheid en hierbij gaat het om een transitie van de zorg die afrekent met verkokering en de nadruk legt op goede gezondheid vanuit echte menselijke aandacht voor wat mensen zelf willen en kunnen. Een concreet voorbeeld is de transformatie van Philadelphia Zorg naar kleinschalige gehandicaptenzorg in de buurt. Om toegevoegde gezondheidswaarde te financieren wordt in route 3 de verschuiving van output- naar outcome-financiering beschreven, naast het ontstaan van innovatieve financieringsinstrumenten. Het experiment ‘shared savings’ van Menzis, waarbij zorgverlener en zorgverzekeraar samen afspreken wat ze de ‘normale’ verwachte kostenstijging onder bepaalde omstandigheden vinden, is hiervan een voorbeeld. De focus op het ontwikkelen van zorgplatforms en platformorganisaties staat centraal in route 5. Het feit dat organisaties platforms worden biedt veel mogelijkheden voor decentrale besluitvorming en coördinatie op de (professionele) vloer. Een goed voorbeeld van een moderne platformorganisatie is Buurtzorg, dat met kleine teams thuis verpleging en persoonlijke verzorging levert. Het belang om zorg in de woonomgeving en met eigen regie van de patiënt te realiseren wordt uitgebreid beschreven in route 6. Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden ontwikkelde een integrale aanpak om probleemgezinnen te helpen. In route 7, tot slot, wordt nogmaals het accent gelegd op leiderschap. Hans Visser, de dominee die aan de wieg stond van de opvang van drugsverslaafden en daklozen in de Pauluskerk in Rotterdam, wordt gepresenteerd als een concreet voorbeeld van moedig leiderschap.

De zeven routes zijn van groot belang, maar met name route 4, Organiseren vanuit de praktische wijsheid van zorgprofessionals, is relevant voor de lezers van dit vakblad. Hier is de kwaliteit van de zorgprofessional voor patiënt/cliënt en naaste de belangrijkste factor. Diens oordeel is immers leidend, maar dan wel vanuit care, cure en core. Met dit laatste wordt de menselijke bejegening bedoeld. Hoe ziet het organiseren van die praktische wijsheid van professionals eruit? Allereerst gaat die ervan uit dat protocollen geen garantie zijn voor goede zorg. Het gevaar van werken met protocollen en richtlijnen is dat het individuele professionele oordeel over wat hier en nu noodzakelijk is in deze unieke en complexe casus wordt tegengewerkt. Het middel ‘tuchtrechtspraak’ dat ook wordt toegepast op jeugdzorgprofessionals, werkt veelal verlammend op de handelingsvrijheid van professionals en is om risicomijdende redenen vaak ook sterk bureaucratiserend. Om praktische wijsheid te gebruiken, dienen zorgprofessionals de ruimte te krijgen en de verantwoordelijkheid te ervaren om af te wegen wat voor deze patiënt of cliënt moet gebeuren. Dat vraagt tevens om een fundamentele visie op organiseren, leiding en cultuur. De voornaamste sturing moet zitten op de kwaliteit van de afweging die de professional maakt vanuit de professionele vrijheid en ruimte. Daartoe behoren tevens een horizontaler en informeler management.
In het voorwoord van Het zal mijn zorg zijn benoemt auteur Martin van Rijn het belang van schetsen welke kant ons zorgstelsel op moet kantelen en hoe we daar kunnen komen. Hij is ervan overtuigd dat de zeven in dit boek beschreven routes van verandering daaraan kunnen bijdragen en dat we kunnen voortbouwen op de vele daarin beschreven voorbeelden van maatschappelijk leiderschap. Ik deel zeer zijn conclusie dat het nu zaak is zelf op de werkvloer en als bestuurder moedige stappen te zetten.
Waal, S.P.M. de (2023)
Het zal mijn zorg zijn- 7 routes naar een gezond zorgstelsel
Public Space Foundation (205 pp., €28,50)

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12459-023-1602-5/MediaObjects/12459_2023_1602_Fig2_HTML.jpg

Innoveren door samenwerking

Door Bob de Raadt, freelance contextueel maatschappelijk werker, gastdocent, schrijver/boekenrecensent, vader & vadercoach, blogger, pastoraal counselor.
In het boek Geïntegreerde zorg – Werken aan samenwerken schrijven 25 deskundigen over hun expertise en hun visie op hoe de zorg meer geïntegreerd ingericht zou moeten worden. Van de aanwezige weerbarstigheid naar betere afstemming en samenwerking: over hoe de systemen van de zorgsector kunnen inspelen op een nieuwe realiteit, over de tools die gebruikt kunnen worden en hoe er binnen de verschillende velden al aan integrale zorg wordt gewerkt. De verschillende bijdragen en gepresenteerde visies zijn een belangrijke aanzet tot een concreet actieplan voor de hele zorgsector, met name in het Vlaamse zorggebied. De zorg is in beweging, in een transitiefase. De auteurs zien een kantelpunt en een veranderde focus. Het boek is ingedeeld in drie thema’s: samenleven in sociale netwerken, tools om integrale zorg te realiseren en integrale zorg vanuit verschillende perspectieven. Het boek wordt afgesloten met een activistisch pleidooi voor integrale zorg. De auteurs steken hun nek uit en komen met boeiende praktijkverhalen om het belang van integrale en geïntegreerde zorg te illustreren. Zorg in een zorgzame buurt, zorg voor mensen in armoede, een zorg zonder uitsluitingen, een zorg zonder wachtlijsten. Zij reiken instrumenten aan om tot veranderingen te komen: een ethisch kompas, het benutten van netwerken en overlegplatformen, digitalisering en de rol van de zorgverzekeraar. Het deel dat perspectieven beschrijft in diverse zorggebieden is aan te bevelen om een vertaalslag te maken: in de palliatieve zorg, over de rol van de huisarts, bij woonzorgvoorzieningen, in de thuiszorg, in de ziekenhuiszorg en in de jeugdzorg.

‘Dit boek wil een fundament zijn voor haalbare, toekomstbestendige vernieuwing. Gaan we voor geïntegreerde zorg, dan stappen we uit de comfortzone en kiezen we voor leiderschap. Voor een samenleving waarin menselijkheid, leren leven met onvolkomenheid en respect voor ieders waardigheid de organisatie van zorg en welzijn inspireren,’ aldus de schrijvers.Geïntegreerde zorg – Werken aan samenwerken is overzichtelijk ingedeeld, prettig leesbaar en inspireert om tot zinvolle innovaties te komen. Het leest zowel uitdagend als uitnodigend. Van harte aanbevolen.
Vandeurzen, J., Steyaert. S. (2022)
Geïntegreerde zorg − Werken aan samenwerken
Amsterdam: Uitgeverij Lannoo Campus (350 pp., €29,99)

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12459-023-1602-5/MediaObjects/12459_2023_1602_Fig3_HTML.jpg

Kunnen wij het tij keren?

Door Werner van de Vrede, redactielid

Herman Tjeenk Willink (1942) is al meer dan vijftig jaar actief in de Nederlandse politiek. Hij was onder meer voorzitter van de Eerste Kamer en betrokken bij meerdere kabinetsformaties. Het tij tegen is een verzameling lezingen en artikelen van zijn hand, waarin hij wijst op het belang van de sociale democratie en haar rechtsstaat. Deze democratische rechtsorde heeft momenteel het tij tegen en de politiek is hier zelf verantwoordelijk voor. In 1983 werden sociale grondrechten als kernverantwoordelijkheden van de overheid in de grondwet opgenomen. Sindsdien hebben die grondrechten amper een rol gespeeld in het politieke debat. Sterker nog: er is sindsdien door alle opeenvolgende regeringen een afbraakbeleid gevoerd, waarbij de verzorgings- en zelfs de rechtsstaat steeds verder werden afgebroken. In de eerste helft van de vorige eeuw vormden de verschillende zuilen op basis van levensovertuiging hechte sociale verbanden waaromheen de maatschappij georganiseerd was. De ‘civil society’ zorgde voor de maatschappelijke legitimatie van de staat en de bij de zuilen behorende politieke partijen borgden de politieke legitimatie van de staat. Na de ontzuiling heeft de politiek verzuimd goed na te denken over haar grondvesten en haar relatie met de maatschappij. In plaats daarvan heeft zij zichzelf gedefinieerd als een technocratische instantie die het land bedrijfsmatig moet runnen. Talloze heilloze privatiseringen, waarbij de winsten naar ondernemers gingen en de risico’s voor de staat bleven, werden doorgevoerd. De overheid moest kleiner en efficiënter worden, wat juist tot gevolg had dat er grotere controledwang en protocollering ontstond. De professional op de werkvloer werd steeds meer in haar professionele autonomie beknot door grotere organisaties en een van het vakgebied losgeweekte managementlaag.

Een werkzame democratische rechtsorde bestaat dankzij elkaar controlerende machten die elkaar in toom en in stand houden. Daarnaast biedt deze rechtsorde ruimte voor andersdenkenden en voorkomt zij een dictatuur van de meerderheid. Voorwaarde voor dit alles is een sterke ‘civil society’. Al deze bestanddelen staan onder druk. De wetgevende en uitvoerende macht lijken steeds meer verweven te worden tot een technocratisch geheel zonder daadwerkelijk besef van de geschiedenis, filosofie, normen en waarden van onze staatsinrichting. De rechterlijke macht staat ook steeds verder onder druk door bezuinigingen en inkrimpingen. De ‘civil society’ is vermalen tussen markt en staat en broos geworden door verregaande individualisering. Lobbyisten en belangengroeperingen krijgen steeds meer invloed op de politiek, terwijl de afstand tussen burgersamenleving en politiek steeds groter dreigt te worden. Valt het tij nog te keren? Onderkennen dat de democratische rechtsorde onder druk staat is een eerste stap om het verval tegen te gaan. Tjeenk Willink doet een appel aan politici en beleidsmakers om de morele dimensie van hun ambt weer serieus te nemen. Hij spreekt ook ons, de professionals, direct aan. Wij hebben het recht om ‘nee’ te zeggen tegen maatregelen die indruisen tegen onze beroepsethiek. De toekomst van het sociaal werk en de toekomst van de zorg zijn niet los te zien van de toekomst van onze democratische rechtsorde. Deze rechtsorde is waardevol, maar kwetsbaar en kan alleen overleven als we er met zijn allen pal voor gaan staan.
Tjeenk Willink, H.,(2023)
Het tij tegen − De democratische rechtsorde als fundament
Amsterdam, Prometheus (192 pp., €20,-)