De essentie van haar bestaan is nog altijd de kerngedachte dat de overheid niet alleen verantwoordelijkheid heeft te dragen voor de nationale welvaart, maar ook voor de volksgezondheid en het welzijn. Bovendien gaat het om de habits of the heart: om de vraag hoe vorm te geven aan een samenleving waarin mensen hart voor elkaar hebben. De overheid is daarin het afgelopen decennium bepaald geen voorbeeld geweest. Dan heb ik het niet alleen over bezuinigingen op sociaal beleid. Op sommige plekken in de verzorgingsstaat zijn regels dermate knellend dat goed werk leveren voor uitvoerders bijzonder moeilijk is geworden. Onder druk van wetenschappers, vakbonden en cliëntenverenigingen past de overheid haar beleid en regels inmiddels aan, zoals bijvoorbeeld gebeurt met de Participatiewet, omdat die leidt tot vernedering van bijstandsgerechtigden. Op andere plekken dobberen professionals juist rond in oceanen van discretionaire ruimte met casussen die soms veel te zwaar voor hen zijn, maar waarvoor ze zich wel verantwoordelijk voelen, alleen al omdat mensen bijvoorbeeld op een wachtlijst staan voor hulp. Dat heeft niets te maken met vertrouwen in professionals. Dat is gewoon verwaarlozing en het gevolg van schaarste. Sociaal werkers zijn echter veerkrachtig en gaan altijd weer, samen met de mensen zelf, op zoek naar wat er nog wel mogelijk is. De moed erin houden en blijven zoeken naar kansen weerspiegelt een belangrijke moraal binnen het werk. Maar inzicht krijgen in de problemen die door financiële schaarste veroorzaakt worden, is ook hard nodig, zo betoogt Lex Veldboer in dit nummer. Het over de hoge uitstroom van sociaal werkers hebben, raakt duidelijk ook een snaar. Nadat ik er een lezing over hield op een werkveldconferentie, verscheen een verkorte versie van de tekst daarvan op Sociale Vraagstukken, waar het in korte tijd ruim vijfduizend keer geopend werd. Het stuk is ook opgenomen in dit nummer en draagt hopelijk bij aan debat over dit belangrijke thema. De nieuwe sociaal werker van het jaar, Redouan El Khayari, pleit in een interview met Lenny Haarsma voor een sterkere collectieve identiteit en een wettelijke basis voor het beroep. Met zijn motto Social Work – Making People Matter wijst hij op zowel de waarde van individuele steun als op zijn ambitie om sociaal werk steviger neer te zetten als een mensenrechtenberoep, dat niet langer speelbal zou moeten zijn van politieke grillen en modes. Niet alleen het ministerie, ook uw beroepsvereniging viert een jubileum: 24 november bestaat de BPSW 75 jaar. Komt u die middag vooral naar de feestelijkheden eromheen en laat er uw stem horen, want er is veel, heel veel te bespreken.
Redactioneel. Najaar: veel te bespreken
Op 1 september is het zeventig jaar geleden dat het ministerie van Maatschappelijk Werk werd opgericht. Er ligt een lange weg tussen het ministerie van toen en het huidige ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Marc Hoijtink, hoofdredacteur