Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Straattaal Een internationaal fenomeen?

Jolanda Berends
Karin Landsbergen
Feruze Sarikas
Maken sociaal werkers gebruik van straattaal? En zo ja, in hoeverre is dat een internationaal fenomeen? Jolanda Berends, Karin Landsbergen en Feruze Sarikas¸ zochten antwoord op deze vragen toen ze begin april de Social Work and Social Development Conference 2024 in Panama bijwoonden.
© Gina Sanders / Stock.adobe.com
Voor sociaal werkers is contact maken, in verbinding blijven en aansluiten bij de leefwereld van jong en oud essentieel. Taalgebruik is daartoe een middel. In Nederland worden niet alleen verschillende soorten dialecten gesproken, ook straattaal is gangbaar. Straattaal, vaak gezien als een communicatiemiddel onder jongeren, fungeert soms als codetaal zodat ouders, leraren, professionals en politie niet weten wat bedoeld wordt. De groep onderscheidt zich ermee. Door opkomst van social media wordt straattaal ook online gesproken en zo wijd verspreid. We verwelkomen ook nieuwe woorden. ‘Slay’ (‘je ziet er top uit’) of ‘bro’ (om je vrienden te begroeten), zijn daar recente voorbeelden van.
Begin april bezochten wij de Social Work and Social Development Conference in Panama, getiteld Respecting Diversity through Joint Social Action, het derde thema van de Global Agenda 2020-2030: Co-building Inclusive Social Transformation (zie kader). Meer dan 1500 bezoekers uit 81 landen verspreid over vijf continenten waren aanwezig. We vroegen sociaal werkers en sociaal-werkdocenten wat ze onder straattaal verstaan, of ze straattaal in hun eigen land (her)kenden en of ze kennis ervan belangrijk vinden voor het uitoefenen van hun dagelijkse werk. We hoopten zo in beeld te krijgen of het gebruik van straattaal door sociaal werkers een internationaal verschijnsel is. We voerden de gesprekken in het Engels en waren ons ervan bewust dat er bij de vertaling naar het Engels van voorbeelden uit de moedertaal mogelijk nuances en betekenislagen verloren gingen. In de kaders een aantal fragmenten uit onze gesprekken.

Alom herkend

Het fenomeen straattaal is voor de professionals die we gesproken hebben herkenbaar, maar de manier waarop ze ermee omgaan verschilt. Veel mensen die we spraken, benadrukten het belang van authentiek contact maken en waren van mening dat straattaal daar een essentieel onderdeel van kan zijn. Vassilios Loakimidis, voorzitter IFSW-Global Educational Committee, afdelingshoofd social work aan de University of West Attica en professor social work aan de University of Essex, verwoordde het zo: ‘Natuurlijk is het wenselijk dat sociaal werkers straattaal gebruiken! Het gaat om meer dan woorden. Samen roken of wandelen is ook een laagdrempelige manier van contact maken. Je laat zien dat je gelijkwaardig bent. Het gaat erom dat je het bewust en authentiek inzet, zonder het te gebruiken om te manipuleren.’
Ook andere professionals vertelden met plezier over ‘hun’ straattaal en zochten met zorg naar passende voorbeelden. Professionals uit Azië moesten vaak lachen en durfden de voorbeelden niet ‘zomaar’ met ons te delen, alsof ze aan het roddelen waren. Ze zochten bijvoorbeeld via internet naar passende voorbeelden. Over Panama kwam naar voren dat van jongeren verwacht wordt dat ze hun taal aanpassen aan die van volwassenen. Europese collega’s gaven aan dat de sociaal werker in ieder geval kennis moet hebben van de straattaal om zo gelijkwaardig contact te kunnen maken met de doelgroep. Deze bevindingen sluiten goed aan bij de titel van de conferentie, die oproept diversiteit te respecteren door gezamenlijke sociale actie. Onze voorzichtige conclusie is dat het gebruik van straattaal een internationaal bekend en herkend fenomeen is en dat de manier waarop sociaal werkers ermee omgaan, lokaal gebonden is.

Brazilië: nette taal

‘In Brazilië zijn veel verschillende dialecten en straattalen. Braziliaanse social workers gebruiken straattaal automatisch omdat bijna alle social workers zelf uit de arme sloppenwijken komen. Dit komt omdat de social workopleiding vrij goedkoop is. Een geneeskundestudie is voor ons niet te betalen. (…) Sociaal werkers kennen de wereld van de straattaal dus van binnenuit. Het zou ongepast zijn om ‘nette taal’, de taal van de andere klasse, te gebruiken. Sociaal werkers zijn hier vaak betrokken bij activistische social movements. De social-workopleiding heeft overigens een hoge status in Brazilië en is kwalitatief goed. Het werk is slecht betaald, maar het is het mooiste beroep van de wereld.’ Adriana Regina Vettorazzi Schmitt – PhD student social work University Federal de Santa Catharina UFSC in Florianopolis

Panama: cool

‘In Panama kennen we vijf dialecten naast de officiële Spaanse taal en de taal die de inheemse Indianen spreken. Jongeren spreken onder elkaar straattaal. Ze maken daarbij gebruik van leenwoorden uit het Engels, zoals cool.’
‘Zodra de jongeren met volwassenen of ouderen spreken, gebruiken ze de standaard Spaanse taal. Sociaal werkers spreken de straattaal van jongeren niet. Jongeren passen hun taal aan de volwassenen en professionals aan en niet andersom.’ Yulisa del Carmen, Perez Gonzalez en Reina de Martez – sociaal werkers

Puerto Rico: curriculum

‘Ik werkte voor mijn promotieonderzoek in een vrouwengevangenis. Na de eerste oproep voor deelname aan mijn onderzoek door de gevangenisdirecteur negeerden de vrouwen mij. Later begreep ik dat ze door bewakers en iedereen daar gezien en behandeld werden als trash en ze niet van plan waren om voor die directeur iets te doen. (…) Ik besloot zes maanden in de gevangenis te gaan ‘wonen’ om van binnenuit deel uit te maken van hun leefwereld. Ik zei tegen de vrouwen: “Als jullie het toestaan, dan wil ik graag mijn onderzoek samen met jullie doen.” Na enkele maanden hoorde ik de vrouwen steeds vaker brega (straattaal voor ‘seks’, maar ook voor ‘erbij horen’) tegen me zeggen. Vanaf dat moment kreeg ik achtergrondverhalen van hun misdrijven te horen. Vaak waren ze misbruikt door leiders van straatbendes en gedwongen voor hun karretje gespannen om criminele dingen te doen. (…) Ik ben voorstander van het opnemen van straattaal in het social workcurriculum. Niet zozeer om het zelf te gebruiken, want het moet wel gepast zijn, maar om het te begrijpen.’ Victor Garcia – Professor social work en onderzoeker aan de University of Puerto Rico

Nieuw Zeeland: vanzelfsprekend

‘Ik ben van Maori-afkomst. Waar ik werk vierden we onlangs Aotearoa Social Work Day. Aotearoa betekent ‘het land van de lange witte wolk’ en is de naam die de Maori gaven aan Nieuw Zeeland. Ik werk met en voor mensen met Maori-roots, ik ken de Maori-cultuur en spreek de taal. Anders zou het ook niet werken. (…) Het gebruik van eigen taal empowert indirect. Je spreekt niet de taal van de overheerser. Mijn werk is een verlengstuk van mijn eigen waarden, overtuigingen en persoonlijkheid en daar hoort het ‘zijn’ en spreken van dezelfde taal in de gemeenschap vanzelfsprekend bij.’ Suzanne Cocker – Sociaal werker in het Whanganui district op het Noordereiland

Curaçao: context

‘In Curaçao gebruiken wij allemaal straattaal, maar dat hoeven we niet apart te leren. Het is een klein eiland en iedereen kent de straattalen. Uiteraard is wat we zeggen afhankelijk van de context, informeel of formeel.’ Ana Maria Pauletta – Beroepsvereniging sociaal werk Curaçao

Taiwan: ouderen

‘Straattaal wordt meer gebruikt door de oudere generatie dan door jongeren. Het bestaat uit zelfgemaakte woorden die het Mandarijn, de hoofdtaal van Taiwan, aanvullen. In principe kan iedereen deze jongerentaal volgen. De taal die de ouderen spreken, het Taiwanees, is moeilijk. Het lijkt alsof ouderen hun eigen straattaal gebruiken. In het Taiwanees kennen ze bijvoorbeeld het woord elkeekee, wat oubollig betekent. Dit woord wordt tegenwoordig alleen door de oudere generatie gebruikt en heeft inmiddels een andere lading gekregen, oubollig is niet ouderwets, maar voor hen in de mode. (…) Het hangt ervan af met welke cliënten je werkt of het kennen en gebruiken van straattaal voor een sociaal werker belangrijk is. Sommige sociaal werkers zijn trots op hun kennis van straattaal. Daarnaast is het belangrijk om goed Taiwanees te spreken als je met de oudere generatie werkt.’ Ya-Ching Chang – PhD student bij National Yang Ming Chiao Tung University

Cyprus: transparant

‘Voor mij is straattaal een soort spreektaal die voornamelijk door jongeren wordt gesproken. Ze gebruiken woorden en concepten en mixen dat met, in dit geval, de Griekse taal en Engelse woorden. De jongere generatie gebruikt vaak één woord om een situatie te omschrijven. Straattaal wordt ook gebruikt onder gemarganaliseerde groepen, met een lage sociaal-economische status. (…) Volwassenen kunnen de straattaal vaak niet volgen, het is naast andere woorden ook een andere communicatiestijl. Jongeren verwachten overigens niet dat volwassenen deze woorden gebruiken. Als je een jongere vraagt: ‘Hoe gaat het met je?’, dan kan het antwoord zijn γυαλι (spreek uit yiali) oftewel “Het gaat glas”. Dit betekent zoiets als “Ik ben transparant, ik ben oké’.” (…) Voor een sociaal werker die op straat werkt, is het belangrijk te weten wat deze woorden betekenen. Je kunt zeggen dat je de jongeren niet begrijpt, maar de straattaal afkeuren vind ik niet passend. Het is belangrijk om straattaal te accepteren als een nieuwe communicatiestrategie. Om empathie aan de jongeren te tonen, is het belangrijk om ze de mogelijkheid te geven zich te uiten in hun eigen taal.’ Christos Panagiotopoulos – president EASSW en professor bij University of Nicosia

Zweden: authentiek

‘Dat jongerenwerkers straattaal gebruiken is logisch. Ik gebruik zelf nooit straattaal, dan zouden ze mij niet meer serieus nemen. Je moet straattaal alleen gebruiken als het authenthiek is. En ik wil zelf ook authenthiek blijven en gebruik het dus niet. Als een cliënt straattaal gebruikt en ik begrijp het niet, vraag ik wat het betekent. (…) Wat ik wel doe om laagdrempelig in contact te blijven met cliënten is het gebruik van sms/messenger etc., dus ik zet technische middelen in. Ik beantwoord berichten van crisis altijd als ik kan, ook ’s avonds en in het weekend. Ik praat niet alleen over de problemen, maar ook over sport en muziek.’ Alexander Ramsing – Beroepsvereniging van sociaal werk Zweden en social worker bij de gemeente Lessebo

Japan: vertrouwen

‘Met name de jongere generatie spreekt onderling de straattaal, maar ook mensen die kwetsbaar zijn maken hier gebruik van. Straattaal komt ook voor in communicatie op internet en via de telefoon, waar ze de taal korter maken. In formele settings is deze wijze brutaal, maar in informele setting is dit geen probleem. (…) Jongeren gebruiken manga, een Japanse animatiestijl met onomatopee. Yabai is oorspronkelijk een beladen woord en werd gebruikt door mensen die niet volgens de wetten en regels leven, zoals de mafia. Omdat jongeren dit woord tegenwoordig gebruiken, wordt het steeds meer gangbaar. Alles kan yabai zijn, het gaat om de intonatie die je eraan geeft wat het woord betekent. (…) Omdat cliënten vaak de straattaal spreken, zal de sociaal werker deze taal ook moeten leren om zo contact te krijgen met de doelgroep. De cliënt zal dan het gevoel hebben dat de sociaal werker haar begrijpt, we spreken immers dezelfde taal en dat geeft vertrouwen.’ Miho Maehiro – Professor bij Musashino University

Drank en drugs

Straattaal kent een breed gebruik. Hieronder een lijstje woorden die grotendeels te maken hebben met drank en drugs. baapie: joint/ baida: witte liefde, cocaine/ baksteen: tabak/bierie: fris kruidig drankje/biertie: biertje/ bricka: aansteker/ dia’s: valium/ erkies: XTC/ geskaffeerd: stoned/ groen en steen: drank en drugs /kief: marihuana/ kiefer: junkie/ lob: electrische sigaret/ panya: dronken/ scava: stoned/ shisheren: gebruiken van waterpijp/ snoepen: drugs gebruiken/ snow: cocaine/ szwen: wiet /vitamine k: ketamine/ wapperen: goed gaan op xtc.

Finland: Finglish

‘Straattaal is iets van jongeren die zich graag als groep willen distantiëren van andere groepen. Het is hun recht om deel uit te maken van de jongere identiteit. Ze spreken in Finland vaak Finglish, een mix van Fins en Engels. Finland is mede door zijn eigen taal een geïsoleerd gebied, het ligt tussen Zweden, Noorwegen en Rusland. Het gebruik van Finglish door jongeren overschrijdt de grenzen en zorgt ervoor dat ze uit dit geïsoleerde gebied breken. Daarnaast denken we ook aan de oudere generatie in Helsinki, die daar al generaties lang woont en waar ze in een bepaalde buurt het oude Helsinki dialect spreken. Dit dialect wijkt erg af van de Finse taal en zien we ook als straattaal.’
‘We vinden het belangrijk dat je als sociaal werker kennis hebt van de straattaal om zo in gesprek te komen en te luisteren. Je spreekt met elkaar dezelfde taal, want als ik jou kan verstaan, dan kun je mij ook verstaan. En aanvullend, dan zet je jezelf niet in een hogere positie.’ Kaisa Vuolukka en Sirkka Alho – beide hogeschooldocent social work University of Jyväskylä

Noorwegen: informeel

‘Uiteraard moet je altijd afstemmen op je doelgroep en nog specifieker op wie je tegenover je hebt. De straattaal moet je kennen om de leefwereld te begrijpen, dat versterkt elkaar. Tijdens de opleiding hoorde ik hier niks over, maar op de werkplekken zelf kreeg ik een informele training in straattaal. Betrek de doelgroep zelf bij dit soort trainingen omdat je anders de plank behoorlijk mis kunt slaan’. Andreas Pedersen Kikvik – Vice-president IFSW-Europa en voormalig sociaal werker met jongeren en sekswerkers

Nederland: grens

‘Onder het jongeren- en tienerwerk speelt straattaal een grote rol om ze te kunnen begrijpen. In principe hoef ik maar een woord in straattaal te horen om te weten waar het gesprek over gaat. Ik gebruik straattaal het liefst zo min mogelijk. Voor mij is het bewaken van de grens tussen een vriend en jongerenwerker belangrijk. Ik ben niet een van hen. Ik wil het goede voorbeeld geven. Op een sollicitatiegesprek zeg je ook niet Ewa of Fawaka. Als de jongeren merken dat jij de taal beheerst of begrijpt, zal je sneller in de groep vallen en hun vertrouwen winnen. En uiteindelijk gaat het om het opbouwen van die vertrouwen. (…) Mijn tip is: probeer de taal te begrijpen, maar blijf altijd jezelf, want jongeren hebben het door als je alsof doet en gemaakt bent. Geef ze als jongerenwerker wat zij nodig hebben om niet alleen op straat, maar ook in de samenleving, te leven en bewaak de grens tussen vriend en professie.’ Janou van Breda- jongerenwerker bij WIJKZ in Den Haag

India: ontelbaar

‘India kent ontelbare dialecten, als sociaal werker moet je naast het officiële Hindi in ieder geval het plaatselijke dialect kennen. Echt contact maken is belangrijk.’ Professor Sanjoy Roy – Afdelingshoofd Social Work Delhi University

Mondiale conferentie

De wereldconferentie voor social workers en social-workopleiders vindt tweejaarlijks plaats en wordt georganiseerd door de International Federation of Social Workers, de International Association for Schools of Social Work en de International Council on Social Welfare. Meer informatie over de Global Agenda is hier te vinden.
Jolanda Berends is penningmeester en lid uitvoerende commissie van de European Association of Schools of Social Work (EASSW). Ze werkt als docent social work aan Hogeschool Utrecht en is onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Gemeenschappen. Daarnaast is ze als buitenpromovenda verbonden aan de Universiteit Utrecht. Karin Landsbergen is bestuursssecretaris van de BPSW, voorzitter van de werkgroep BPSW-Internationaal, lid van het Educational Commitee van IFSW-Europa en senioronderzoeker op het Lectoraat Sociale Duurzame Praktijken bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Feruze Sarikas¸ is socioloog, penningsmeester van de BPSW en programmaleider Delfshaven bij de Rotterdamse welzijnsorganisatie WMO Radar.