Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Thuisbegeleiders aan het woord. ‘Ik ben loeitrots op ons vak’

Het ondersteunen van mensen en gezinnen die vastlopen in hun dagelijks leven, op welk vlak dan ook. Hen helpen weer grip te krijgen; dat is de taak van thuisbegeleiders. Maar waarom is deze variant in sociaal werk toch zo onbekend? Marcel van Vliet en Prisca Harinck, beiden ‘loeitrots’ op hun vak, vinden dat daar verandering in moet komen.  
Portret van Prisca Harinck Foto ; Pim Ras
Prisca Haring: ‘Mensen laten ons toe in hun woning, hun privé-gebied. Het is een privilege zo dichtbij te mogen komen.’ Fotograaf: Pim Ras

Iemand met straatvrees die het huis niet meer uit durft voor de boodschappen? Een hoogbejaarde die zich geen raad weet met de financiële administratie nadat de partner is weggevallen? Of een gezin waarin een ouder kampt met een drankprobleem waardoor de kinderen in de knel komen. Het zijn zomaar een paar voorbeelden waar Prisca Harinck (35) dagelijks in haar werk bij Amstelring Thuisbegeleiding mee te maken heeft, vertelt ze. ‘Als thuisbegeleider sta ik mensen bij van nul tot negentig, in alle levensdomeinen. Dat gaat onder meer om persoonlijke verzorging, wonen, financiën, opvoeding en dagbesteding. Het vak is heel breed.’ Het is haar taak ‘een eindje met mensen mee te lopen’ en belemmeringen weg te nemen. Zodat ze daarna weer verder kunnen, legt Prisca uit. Neem de vrouw van middelbare leeftijd die ze laatst begeleidde. ‘Als gevolg van een
herseninfarct heeft zij niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Daarom woonde ze nog bij haar moeder, die ook ziek was; lichamelijk en psychisch. Er was een ongezonde, onveilige relatie ontstaan. Ik heb de dochter toen aan eigen woonruimte geholpen en haar toegeleid naar revalidatie, waardoor ze uiteindelijk weer kon lopen. Door regie over haar
leven te krijgen, bloeide ze helemaal op.’

Privilege
Marcel van Vliet (53), werkzaam bij De Zorggroep in Venlo: ‘Mensen laten ons toe in hun woning, hun privé-gebied. Dat is heel moedig. Ik zie het als een privilege dat we zo dichtbij mogen komen. Juist doordat ze ons toelaten, kunnen we tot de kern komen en ook echt de hulp bieden die nodig is. Dat maakt ons werk heel zinvol.’ De doelgroep die hij begeleidt, bestaat voornamelijk uit ouderen, vaak met beginnende dementie. ‘Bij dit soort casussen komt het veelal neer op versterking van het netwerk, zoals herstellen van familiebanden, contacten leggen met buren en betrekken van andere instanties.’ Beide thuisbegeleiders zien het als een voordeel dat hun werk heel breed is en alle levensgebieden beslaat. Prisca: ‘Door die grote handelingsruimte kun je echt stappen maken met mensen. Al moet het uiteraard wel onderdeel van de hulpvraag zijn.’

Grenzeloosheid
In die ‘generalistische grenzeloosheid’ schuilt tegelijk ook een valkuil, meent Marcel. ‘Want waar trek je de grens, dat is soms lastig.’ Prisca is het daar mee eens. ‘Laatst ondersteunde ik een gezin waar het de ouders door verschillende oorzaken boven het hoofd was gegroeid. De moeder ging even naar bed om te rusten. Ben ik dan degene die wel even op de kinderen past?’ Nee, dat is ze niet, zegt ze. ‘Wél kan ik ervoor zorgen dat er opvang wordt geregeld om haar te ontlasten.’ Ook binnen het sociaal domein, blijken partijen hen niet altijd goed te kunnen plaatsen, merken de twee. ‘Hoe vaak ik al heb moeten uitleggen dat een thuisbegeleider iets heel anders is dan iemand van de thuiszorg…,’ verzucht Prisca. Marcel voegt toe: ‘Onlangs werd ik gebeld door de ggz of ik boodschappen voor iemand kon doen.’ Kortom, nog lang niet iedereen heeft op het
netvlies wat hun werk inhoudt. ‘Terwijl we toch een belangrijke schakel zijn binnen het sociaal domein,’ stelt Prisca. ‘Ik ben dan ook loeitrots op ons vak en vind dat het meer bekendheid verdient.’

Solistisch
Gelukkig zet de BPSW zich in voor een betere positionering van het beroep, zeggen de twee leden die beiden actief zijn in de functiegroep voor thuisbegeleiders. Het platform dat de beroepsvereniging biedt, maakt het mogelijk vakgenoten uit het hele land te ontmoeten. Marcel: ‘Het is fijn op deze manier, buiten de grenzen van mijn eigen organisatie, in contact te staan met collega’s. Hoe zijn zaken bij hen geregeld, en in hun gemeente? Tegen welke dilemma’s lopen zij aan?’ Het werk is heel solistisch; dat maakt dit uitwisselen en reflecteren extra waardevol, meent hij. ‘Doordat wij cliënten in de eigen woonomgeving begeleiden, kom ik weinig op kantoor. Collega’s zie ik alleen bij vergaderingen en intervisie. Het vak is daardoor soms ook eenzaam.’ Beide thuisbegeleiders willen bij de BPSW bijdragen aan de verdere profilering en professionalisering van hun beroepsvariant. Prisca: ‘Denk aan de verschillende ideeën die bestaan over welke taken precies onder ons werk vallen. Door vanuit een breder perspectief duidelijke standpunten in te nemen
over dit soort onderwerpen, kunnen we ons beter positioneren in de eigen organisatie, maar zeker ook in het veld. Zo staan we sterk met elkaar. Ook de post-HBO opleiding Thuisbegeleiding van de HAN, waaraan de beroepsvereniging meewerkt, kan helpen die basis te versterken.

Perspectief
Sociaal werk en specifiek thuisbegeleiding is voor Prisca het mooiste werk dat er bestaat, zegt ze. ‘Mensen kunnen soms zo ontmoedigd raken door hun problemen en  beperkingen dat er geen perspectief meer lijkt te zijn. Het gaat er dan om samen met hen stappen te zetten en de kracht in henzelf naar boven te krijgen. Prachtig als dat lukt en als ze weer gaan stralen. Dat raakt mij keer op keer.’

Meer weten over de functiegroep thuisbegeleiders bij de BPSW? Zie: https://www.bpsw.nl/ professionals/thuisbegeleiders/