Home Zoek
Geef een zoekterm op ( 425 resultaten )
Verfijn zoekresultatenBerusting
Toen ik klein was hadden we tijdens onze kampeervakanties in Drenthe een vast lied dat vaak van pas kwam: Hagel en sneeuw, onweer, wind en regen. Deren ons niet, wij kunnen er wel tegen. Lach er maar om en stap er flink doorheen.
Desillusie van het sociaal werk
Medelijden heb ik met de achtduizend jonge mensen die dit jaar gestart zijn met de opleiding Social Work. Mensen helpen, iets bijdragen, iets kunnen betekenen voor de ander. Ze hebben geen idee. Zelf startte ik in 2016. Ik kreeg de kans om van mensen helpen mijn werk te maken. Ik kon mijn geluk niet op, ik wist het zeker; ik was enthousiast. Vanuit de veilige onderwijsbubbel mocht ik beginnen aan een voorzichtige kennismaking met de hulpverleningswereld. Gespreksvoering, theorie, reflectie, ik verslond het, ik geloofde het. Bij mijn eerste stages ontving ik lovende woorden van mijn stagebegeleiders en keer op keer kreeg ik de bevestiging van mijn omgeving: ‘Saskia je bent goed in je werk’. Toch knaagde er iets, een onzekerheid die ik niet kon duiden.
Delen is helen
Elke dag beroven vijf mensen in Nederland zichzelf van het leven. In 2018 waren dit 1.829 personen, onder wie 150 kinderen en jongeren (10-25 jaar). Zelfdoding is de tweede doodsoorzaak onder jongeren; zij zijn momenteel de grootste risicogroep. Voor jongeren kan een (poging tot) zelfdoding van een leeftijdgenoot zeer ingrijpend zijn. Irene Kersten begeleidt groepen jongeren die een schokkend incident met een leeftijdgenoot meemaakten.
Stille krachten worden zichtbaar
We weten uit onderzoek dat een ervaring van schaarste bezit neemt van ons denken. Corona heeft ook dat effect: gezondheid, veiligheid en een sociaal leven worden schaarser. We raken door corona gefixeerd op deze onderwerpen. Begrijpelijk dat psychiater Hoogendijk aan het begin van de crisis al zei: ‘Of je nu wel of geen last hebt van corona-stress, in alle gevallen is het goed te stoppen met het lezen van de oeverloze stroom aan berichten op social media. Want die vormen een stressor van jewelste, eentje waar we niet op gebouwd zijn. Te lang alert en gespannen zijn, daar worden mensen op den duur horendol van.’
Breekt nood de wet?
Wat is er juridisch veranderd sinds de coronacrisis? Noodmaatregelen werden afgekondigd, die onze vrijheid behoorlijk inperkten. Wat is de juridische grondslag daarvan?
Maximaal nabij op maximale afstand
Ik begeleid een team dat expliciet en vanuit visie niet meegaat in alleen digitaal contact onderhouden. Zij zijn een gespecialiseerd jeugd-wijkteam dat ervoor kiest om juist wel naar mensen toe te gaan in coronatijd. Natuurlijk houden ze afstand maar ze gaan wel op huisbezoek. Zij hebben van oudsher een duidelijke visie op nabijheid. Destijds begonnen ze ook alleen met medewerkers uit de gemeenschap zelf die letterlijk dichtbij wonen. Deze professionals proberen het leven van kinderen met veel problemen zo normaal mogelijk te maken en zoeken naar “gewone” oplossingen binnen de gemeenschap; zoals jongeren meesturen met de gemeentereiniging op de vuilniswagen, of het logeren of sporten of klussen of werken met paarden.
Boeken
Een vurig pleidooi voor meer presentie en aandacht in professionele praktijken tegen de achtergrond van kritiek op de ontmenselijkende aspecten van bureaucratisering en commercialisering, dat klinkt wel heel erg bekend, nietwaar? Intrigerend is evenwel dat dit standpunt geheel los van de Nederlandse presentiebenadering is ontwikkeld door een Noord-Amerikaanse arts en onderzoeker en bovendien tot opvallend veel overeenkomsten heeft geleid. Het zou een argument kunnen zijn voor de overtuiging dat waardevolle concepten uit de praktijk kunnen emergeren, overigens ook weer een overeenkomst tussen beide benaderingen.
Ruimte voor ‘plaats’ binnen sociaal werk?
In dit artikel staat de betekenis van de buurt voor Marokkaans-Nederlandse jongeren in twee Utrechtse buurten, Kanaleneiland en Hoograven, centraal. De concepten ‘plaats’ en ‘ruimte’ uit de sociale geografie komen daarbij van pas. Gevoelens van thuis, binding met de buurt, maar ook van verlies en machtsrelaties komen daarbij aan de orde.
Afstand geboden
Sociaal werk is een cruciaal beroep; het is nodig om de maatschappij te laten draaien, zo bepaalde het kabinet aan het begin van deze viruscrisis. Dat betekent dat we doorwerkten, toen veel andere sectoren stilvielen. Toen de fitness dichtging en de evenementen afgelast werden, stonden sociaal werkers nog in de wijk en op de afdeling. Ook toen de kappers niet meer mochten werken en de cafés dicht gingen, werkten de sociaal werkers door, hoewel steeds vaker vanuit huis. Hoe ging dat met afstand houden, volgens de maatregels, en toch nabij zijn? En hoe was dat voor sociaal werkers die direct met corona te maken hadden? Een reportage van eind april.
Vragen blijven stellen
Ik denk dat er geen standaardrecept is voor een goede balans tussen afstand en betrokkenheid. Maatwerk is geboden. Dat vraagt steeds opnieuw om zorgvuldige afwegingen. Wat je doet, moet passen in een functionele professionele relatie. Als sociaal werker heb je een tijdelijke rol in iemands leven. Je helpt iemand weer zelf regie te nemen. Een cliënt moet niet afhankelijk van je worden.