Home Zoek
Geef een zoekterm op ( 425 resultaten )
Verfijn zoekresultatenPresent
Werner van de Vrede legde Andries Baart – op afstand – een aantal vragen voor over afstand en nabijheid. Andries Baart antwoordde daar schriftelijk op. Deze uitwisseling was het resultaat.
Aanraken is helpend
Er wordt vaak gezegd dat wij als hulpverlener ons eigen instrument zijn, maar een deel van dat instrument zouden we niet mogen gebruiken. Het aanraken van cliënten is voor veel collega’s taboe. Er heerst angst dat iemand aanraken tegen je gebruikt gaat worden. Ik geloof juist dat aanraking - een knuffel, een arm om iemands schouder – een manier is om nabijheid uit te drukken en dat het heel helpend kan zijn. Je moet als hulpverlener wel weten waarom je het doet, zeker weten dat de aanraking in het belang van de cliënt is en diens grenzen respecteren.
De schaamte opnieuw voorbij
‘Mijn ervaringen wil ik vangen. Die van vroeger, die van nu. (…) Ik wil geen compromissen sluiten. Ik wil mij niet schamen.’ Met deze woorden begint De schaamte voorbij, bestseller van Anja Meulenbelt uit 1976 die de vrouwenhulpverlening inspireerde. Ook nu kan het, op een eigentijdse manier, een inspiratie zijn voor het werken vanuit eigen ervaringen in de vrouwenhulpverlening.
Veilig nabij
Het thema van dit nummer, afstand en nabijheid in de hulpverlening, wilde ik aangrijpen om een pleidooi houden voor het belang van nabijheid in een professionele relatie. Ik doel op een werkrelatie waarin de cliënt nieuwe, positieve en helende ervaringen kan opdoen. Met een zorgvuldige balans tussen maximale nabijheid en professionele distantie. Het vinden van die balans kan een uitdaging zijn in de verschillende contacten waarin we ons werk doen. Tot zover dit algemeen geaccepteerde kader. Misschien is het een open deur.
Moet ik afstand nemen?
Ik ben sociaal werker bij een zorgaanbieder. Ik ben betrokken bij de diverse hulp- en zorgvragen op het gebied van wonen, werken en activeren van mensen met een verstandelijke beperking. Zij variëren in niveau van een lichte tot een zeer ernstige beperking. De woonwensen zijn dan ook verschillend; van zeer intensieve 24 uurszorg tot enkele uren begeleiding per dag. Met de ouders en als het kan met de toekomstige bewoners heb ik vanaf aanmelding voor zorg tot aan plaatsing vrij frequent contact. Gedurende hun verblijf in de organisatie kunnen ouders en familieleden een beroep doen op sociaal werkers. Behalve sociaal werker ben ik ook vertrouwenspersoon seksueel misbruik. Bewoners, medewerkers, familieleden en relaties van bewoners kunnen bij de vertrouwenspersoon vertrouwelijk praten over ongewenste gedragingen van seksuele aard.
De juiste balans
Betrokken zijn bij een cliënt vraagt om inzet van je persoon, professioneel afstand bewaren om het bewaken van grenzen. Hoe bewaar je als sociaal werker een goed evenwicht tussen nabijheid en distantie?
Beste professional in sociaal werk, BPSWeetjes
Met dit bericht willen we allereerst ons respect tonen aan alle professionals die momenteel onder moeilijke omstandigheden hun belangrijke werk blijven doen. Soms met gevaar voor eigen gezondheid en met de verantwoordelijkheid anderen niet te besmetten. Je bent van grote betekenis voor mensen die juist nu soms extra begeleiding, ondersteuning en hulp nodig hebben.
Minder dwang, meer zorg op maat
Per 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) en heeft andere toepassingen, procedures en werkwijzen rondom verplichte zorg binnen de ggz. We schreven er eerder over; maar dit keer relateren we de wet aan de positie van naasten en de wettelijke status van de Familievertrouwenspersoon. Wat kan die in de praktijk betekenen?
Weloverwogen afwijken
In deze rubriek zetten we uiteen wat sociaal werkers kunnen leren van uitspraken van het tuchtrecht. We bespreken uitspraken die sociaal agogen, maatschappelijk werkers en jeugd- en gezinsprofessionals betreffen. Voor sociaal agogen en maatschappelijk werkers gaat het om het Registerplein. Voor jeugd- en gezinsprofessionals geldt het SKJ. Doel van het tuchtrecht is dat je als geregistreerde beroepsbeoefenaar kan worden beoordeeld op je professionele handelen. Hiervan kun je als professional en als beroepsgroep leren. De uitspraken van tuchtcolleges worden anoniem gepubliceerd. In deze rubriek lichten we een aantal tuchtzaken toe.
Boeken
Louis Blankenberg was 18 jaar toen hij samen met zijn broer van 16, zusje van 13 en een vriend van 17 op 1 januari 1871 het Genootschap Liefdadigheid naar Vermogen (LNV) oprichtte. Zij wilden het verschil maken: intensief en direct persoonlijk contact, bevorderen van zelfhulp, geen onderscheid naar geloof en maximaal vijf gezinnen per vrijwilliger. Het genootschap hielp met het verstrekken van renteloos voorschot, het saneren van schulden en bemiddeling naar werk. De werkwijze van LNV werd in Amsterdam maar ook landelijk toonaangevend. LNV werd de bakermat van het moderne sociaal werk, maar bevorderde ook de samenwerking binnen de gemeente.